De waarde van de leefomgeving wordt steeds meer bepaald door de mate waarin deze aansluit bij de behoeften van de inwoners en de ambities die er zijn. Belangrijk daarbij is om grote doelstellingen te vertalen naar de lokale situatie en concreet te maken voor de specifieke gemeente, zodat het begrijpelijk en uitvoerbaar wordt.
In de periode dat de zogenaamde ‘Vogelaarwijken’ of ‘Krachtwijken’ zichtbaar werden, ontstond ook de vraag waarom deze wijken zo’n status hadden gekregen. Uit een analyse bleek dat circa 80% van die wijken naoorlogs waren. Dat betekent dat deze wijken op de tekentafel zijn ontworpen. Het doel was zeker niet dat er een achterstandswijk zou ontstaan en de leefbaarheid sterk achteruit zou gaan. Dus wat is er gebeurd en hadden wij er iets aan kunnen doen?
Wijken en buurten zijn continu in ontwikkeling. Veel wijken uit de jaren ‘60, ‘70 en ‘80 zijn toe aan een flinke renovatie, maar zijn maatschappelijk vaak veranderd. De oorspronkelijke bewoners zijn grotendeels weg, de samenstelling is veranderd en er zijn andere behoeften bij jeugd en ouderen.
Behoeften en ambities
Daarmee is de laatste jaren ook onze kijk op het beheer van de openbare ruimte veranderd. Geleidelijk, maar wel ingrijpend. Voorheen was de uitdaging vooral om het schoon, heel en veilig te houden tegen zo laag mogelijke kosten. Werken met beeldkwaliteit en/of via de methode van assetmanagement zorgt dat we professioneel kunnen beheren. Het is nog steeds een gangbare en bruikbare werkwijze, het vormt de basis onder ons werk. Maar er is meer! De waarde van de leefomgeving wordt namelijk steeds meer bepaald door de mate waarin deze aansluit bij de behoeften van de inwoners en de ambities die er zijn.
Positieve invloed
De wijk Angelslo in de gemeente Emmen is één van de grote uitbreidingswijken uit de jaren ‘60 waar de leefbaarheid sterk achteruit loopt (bron Leefbaarometer/interviews). Er ligt een plan om de wijk systematisch aan te pakken en te ontwikkelen. Het doel daarvan is verbeteringen aan te brengen met betrekking tot voorzieningen, de inrichting, het beheer van de openbare buitenruimte en de samenwerking tussen stakeholders. Zodanig dat dit een positieve invloed heeft op de leefbaarheid in de wijk. Er wordt daarbij ook een beroep gedaan op de inwoners. Vanuit beheer liggen er echter allerlei beheer- en uitvoeringsplannen die (nog) niet aansluiten op de plannen voor herstructurering.
Praktische oplossingen
In een pilot is de situatie in een deelgebied beoordeeld, met als doel om samen tot praktische oplossingen en verbeteringen te komen. Waarden als biodiversiteit, betrokkenheid van bewoners, inclusiviteit, veiligheid, uitstraling en gezondheid zijn vastgelegd. Er is bepaald welke waarden laag scoren en welke juist goed. De resultaten zijn gevisualiseerd en geanalyseerd en vervolgens is verbinding gelegd met beschikbare data over de wijk. Denk daarbij onder andere aan de samenstelling, Leefbaarometer, OZB-waarden, leeftijdsopbouw et cetera.
Op die manier zijn maatregelen en strategieën bepaald om de leefbaarheid te verbeteren. Ook is er een verbinding tot stand gebracht tussen de verschillende plannen en stakeholders. Deze verbindingen zijn noodzakelijk en vormen de nieuwe trend voor het toekomstige beheer van de leefomgeving.
‘Anders kijken’
De uitkomsten van deze sessie zijn verrassend: er ontstaat energie en inspiratie door anders naar een wijk te kijken. Op basis van een gezamenlijk beeld ontstaan mooie gesprekken en oplossingen over hoe je op basis van ‘anders kijken’ de openbare ruimte meer waarde kunt geven voor de gebruiker. In de wijk Angelso liggen heel veel kansen die niet eens veel hoeven te kosten. Op basis daarvan worden vervolgstappen gezet om hier praktisch mee aan de slag te gaan. Ook wordt het beleid aangepast.
Daarmee verandert het uitgangspunt. Zo wordt de waarde van de leefomgeving bepaald door de mate waarin de buitenruimte aansluit bij de behoeften van de inwoners en de ambities die er zijn. Beheren met méér waarde hoeft daardoor niet meer te kosten en levert zeker meerwaarde op!